Francis Scott Key, een gerespecteerd advocaat, woonde in Georgetown van ongeveer 1804 tot 1833. Tijdens de oorlog van 1812 hoorde Key dat zijn vriend, Dr. William Beanes, gevangen werd gehouden op een Brits oorlogsschip. Key en een andere vriend gingen aan boord van het schip, gewapend met lofbrieven geschreven door Britse patiënten onder de hoede van Beanes. Hoewel de Britten ermee instemden de dokter vrij te laten, hielden ze alle drie gevangen tot na het einde van de strijd om te voorkomen dat de Amerikanen aanvalsplannen onthulden aan de patriotten aan de wal.
In Fort McHenry vroeg de commandant om een vlag die zo groot was dat 'de Britten er geen moeite mee zouden hebben om hem van een afstand te zien'. Op 13 september 1814 begonnen de Britten Baltimore te bombarderen. De Amerikanen keken naar de strijd en wachtten op het teken dat hun angst zou beëindigen. Toen het daglicht kwam, was de vlag er nog! Key, een amateur-dichter, werd geïnspireerd om 'The Star-Spangled Banner' te schrijven. Op 3 maart 1931 werd het aangenomen als ons volkslied.
